Oprichting Stichting De Wereldbuur

Op * verschenen voor mij, mr. Patricia Kars, notaris te Nieuwegein:

  1. de heer Franciscus Theodorus Henricus Maria van den Heuvel, geboren te Dinther op twintig juli negentienhonderd tweeënzestig (20-07-1962), houder van een rijbewijs met nummer ----------, uitgegeven te ----------, wonende te --------------------------;
  2. mevrouw Rookje van Hoewijk, geboren te Rotterdam op een juni negentienhonderd zesenzestig (01-06-1966), houder van een paspoort met nummer ----------, uitgegeven te ----------, wonende te --------------------------------------------------;
  3. mevrouw Huberdina Johanna Adriana Broers, geboren te Deventer op negentien april negentienhonderd vierenzestig (19-04-1964), houder van een paspoort met nummer ----------, uitgegeven te ----------,
    wonende te --------------------------------------------------,

hierna samen te noemen: ‘de oprichter’.
De verschenen personen hebben mij, notaris, het volgende verklaard:
De oprichter richt bij deze akte een stichting op en stelt daarvoor de volgende statuten vast.

STATUTEN

Artikel 1 - Naam en zetel

  1. De naam van de stichting is: Stichting De Wereldbuur.
  2. De stichting is gevestigd in de gemeente Utrecht.

Artikel 2 - Doel

  1. 1. De stichting heeft als doel: het fungeren als aanspreekpunt en hulpmiddel bij de creatie van een woonproject welke circulair wonen mogelijk maakt en het daarbij behartigen van de belangen van de huishoudens die deelnemen aan het woonproject, en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
    Tot dit doel behoort niet het doen van uitkeringen aan de oprichter of aan hen die deel uitmaken van organen van de stichting.
  2. De stichting beoogt het algemeen nut.
  3. De stichting heeft geen winstoogmerk.


Artikel 3 - Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit drie of meer natuurlijke personen.
    Het bestuur stelt het aantal bestuurders vast.
    Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
    Het bestuur kan uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen. Eén bestuurder kan meer van deze functies vervullen.
  2. De bestuurders worden benoemd door het bestuur.
    In vacatures wordt zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen drie maanden na het ontstaan ervan, voorzien.
  3. Iedere bestuurder moet voldoen aan de volgende vereisten:
    a. een bestuurder is een natuurlijk persoon;
    b. een bestuurder heeft het vrije beheer over zijn vermogen;
    Ten hoogste de helft van het aantal bestuurders mag met een andere bestuurder een familieband hebben. Onder familieband wordt verstaan bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad en de hoedanigheid van echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel.
  4. Bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd.
  5. Alle bestuurders kunnen een vergoeding krijgen van de kosten die zij redelijkerwijs hebben gemaakt in de uitoefening van hun functie. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
  6. Een bestuurder kan worden geschorst door de gezamenlijke overige bestuurders, ten minste twee in getal.
    Na een schorsing roept het bestuur een nieuwe vergadering bijeen, die wordt gehouden binnen vier weken na de schorsing. In die vergadering wordt besloten of de schorsing wordt opgeheven, de schorsing wordt verlengd of de betreffende bestuurder wordt ontslagen. Een schorsing kan in totaal nooit langer dan drie maanden duren.
    Als geen nieuwe vergadering wordt gehouden binnen de hiervoor vermelde vier weken, als de schorsing niet wordt verlengd in die vergadering of als na verloop van drie maanden geen besluit tot ontslag is genomen, vervalt de schorsing.
  7. Een bestuurder verliest zijn functie:
    a. door zijn overlijden;
    b. door zijn faillissement, door het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of doordat hij surseance van betaling verkrijgt;
    c. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen;
    d. door zijn vrijwillig aftreden;
    e. door zijn ontslag door de rechtbank;
    f. door zijn ontslag gegeven door de gezamenlijke overige bestuurders, ten minste twee in getal.
  8. Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overige bestuurders, of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur belast.
    Bij belet of ontstentenis van alle bestuurders is een door het bestuur daartoe voor onbepaalde tijd aan te wijzen persoon tijdelijk met het bestuur belast.

Artikel 4 - Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming

  1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergadering van het bestuur vindt schriftelijk plaats. Bij deze bijeenroeping wordt opgegeven op welke dag de vergadering plaatsvindt, wat het aanvangstijdstip van de vergadering is en welke onderwerpen worden behandeld (agenda). De bijeenroeping vindt plaats met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend.
    De bestuurder die voor dit doel een adres aan de stichting bekend heeft gemaakt, kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
  4. Als wordt gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen als alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht.
    Een bestuurder kan niet meer dan één medebestuurder in de vergadering
    vertegenwoordigen.
  6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.
    Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste zeventig procent (70 %) van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
    Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen.
  7. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Als hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, dan is de betreffende bestuurder toch bevoegd om deel te nemen aan beraadslagingen en de besluitvorming en is het bestuur bevoegd het besluit op deze wijze te nemen. Het bestuur legt dan schriftelijk vast welke overwegingen aan het besluit ten grondslag liggen.

Artikel 5 - Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur. Bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.
  3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend.
    Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door
    deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon.
    De notulen worden nadat zij zijn vastgesteld door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
  5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, als alle bestuurders schriftelijk hun stem uitbrengen. Een besluit is dan genomen als alle bestuurders zich vóór het voorstel hebben verklaard.
    Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.

Artikel 6 - Bestuur: taken en bevoegdheden

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
    Iedere bestuurder is tegenover de stichting verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
    Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat op ieder moment de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen
    worden gekend.
    Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
    Een besluit van het bestuur tot het verrichten van rechtshandelingen als bedoeld in dit artikellid wordt genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  3. Erfstellingen mogen alleen onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

Artikel 7 - Bestuur: vertegenwoordiging

  1. Tot vertegenwoordiging van de stichting zijn bevoegd:
    - het gehele bestuur samen;
    - twee gezamenlijk handelende bestuurders, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, de secretaris of de penningmeester.
    Een individuele bestuurder kan de stichting niet vertegenwoordigen, tenzij het bestuur uit één bestuurder bestaat.
  2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Artikel 8 - Donateurs

  1. Donateurs zijn zij, die zich als donateur bij de stichting hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Er kunnen verschillende categorieën donateurs zijn.
  2. Het bestuur stelt jaarlijks een minimumbedrag vast dat, hetzij per boekjaar, hetzij eenmalig, door een donateur aan de stichting is verschuldigd.
    De minimale bijdrage kan per categorie verschillen.
  3. De stichting houdt een register bij, waarin de namen en adressen van de donateurs zijn vermeld.
  4. Donateurs hebben kosteloos of tegen verminderd tarief toegang tot door het bestuur te bepalen, van de stichting uitgaande evenementen.
  5. Donateurs hebben overigens geen rechten of verplichtingen ten opzichte van de stichting.
  6. Een donateur kan het donateurschap met onmiddellijke ingang opzeggen met een schriftelijk bericht aan de stichting. Een donateur kan geen aanspraak maken op restitutie van een reeds betaalde bijdrage.

9 - Boekjaar; verslaggeving

  1. Het boekjaar loopt gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting op te maken en op papier te stellen.
    De penningmeester zendt deze stukken vóór het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
    Het bestuur maakt een jaarrekening en een bestuursverslag op als bedoeld in artikel 2:300 Burgerlijk Wetboek als dat op grond van de wet verplicht is. In dat geval legt het bestuur een exemplaar daarvan voor het bestuur ter inzage op het kantoor van de stichting met de op grond van de wet toe te voegen gegevens.
  3. Het bestuur kan, voordat tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten wordt overgegaan, deze stukken laten onderzoeken door een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek. Deze accountant brengt over zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur. Hij geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring over de getrouwheid van de stukken.
  4. De balans en de staat van baten en lasten van de stichting of de jaarrekening wordt vastgesteld door het bestuur binnen een maand na het opmaken van de stukken als bedoeld in lid 2.
    De vastgestelde stukken worden ondertekend door alle bestuurders. Als een handtekening van een van hen ontbreekt wordt de reden daarvan op de stukken vermeld.
  5. De in lid 2 vermelde termijn kan door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden op grond van bijzondere omstandigheden.


10 - Reglementen

  1. Het bestuur kan een of meer reglementen vaststellen. In een reglement worden regels of nadere regels opgenomen, die het bestuur nodig acht voor de uitvoering van zijn taak.
    Een reglement mag nooit in strijd zijn met de statuten of de wet.
    Het bestuur kan elk door hem gemaakt reglement wijzigen en ook intrekken.
  2. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd met vermelding van de dag waarop het van kracht wordt. Deze datum kan niet zijn gelegen vóór de datum waarop het besluit werd genomen.

11 - Statutenwijziging

  1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
  2. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
    Is in de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is het vereiste aantal bestuurders niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan na die vergadering een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan drie en niet later dan zes weken na de eerste vergadering. In de nieuwe vergadering kan het besluit tot statutenwijziging worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
  3. Als een voorstel tot wijziging van de statuten wordt gedaan, moet dat bij de oproeping tot de betreffende vergadering, worden vermeld. De woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging moet bij die oproeping worden gevoegd.
    De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
  4. Een statutenwijziging treedt in werking op het door het bestuur bepaalde tijdstip, maar niet eerder dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
    Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te laten verlijden.
    Het bestuur kan een of meer bestuurders en/of anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, machtigen de akte van statutenwijziging te laten verlijden.


Artikel 12 - Fusie; splitsing; omzetting

Op een besluit van het bestuur tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van het bestuur tot omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de
eisen van de wet.

Artikel 13 - Ontbinding en vereffening

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
    Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 11, leden 2 en 3 zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
  2. Het bestuur stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een eventueel batig saldo.
    Het batig saldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling.
  3. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de stichting, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.


Artikel 14 – Eerste boekjaar

Voor het eerste boekjaar geldt dat dit loopt tot en met éénendertig december tweeduizend éénentwintig.

SLOTVERKLARINGEN

De verschenen personen verklaarden ten slotte:

Eerste bestuur

Het eerste bestuur bestaat uit drie (3) bestuurders.
Voor de eerste maal worden tot bestuurder benoemd:
1. mevrouw Huberdina Johanna Adriana Broers, voornoemd, als voorzitter;
2. mevrouw Rookje van Hoewijk, voornoemd, als secretaris;
3. de heer Franciscus Theodorus Henricus Maria van den Heuvel, voornoemd, als
penningmeester.

Adres
Het adres van de stichting is ----------.

SLOT

De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.

Sutter Kars Notarissen
De zakelijke inhoud van deze akte is aan de verschenen personen opgegeven en toegelicht.
Ook is gewezen op de gevolgen die voor de betrokken partij(en) uit de inhoud van deze akte voortvloeien. De verschenen personen hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van deze akte het ontwerp van deze akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en met de inhoud daarvan in te stemmen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte te Nieuwegein op de
datum in het hoofd van deze akte vermeld door de verschenen personen en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.